Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE is [24]lankmoedig en groot van weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, [25]die [denschuldige] geenszins onschuldig houdt, [26]bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het [27]derde en in het vierde [lid]. 24. Hebreeuws, lang van toornigheden. Zie Ex.34:6. 25. Bij de barmhartigheid Gods wordt ook zijn gerechtigheid gevoegd, omdat zij in Hem onafscheidelijk zijn; om welke oorzaak Mozes niet enkel begeert genade, maar alzo dat Gods gerechtigheid ook een plaats zou hebben, opdat Hij in het oordelen en straffen zijner barmhartigheid zou gedachtig wezen. Zie Ex.34:7; Jer.30:11; Nah.1:3. 26. Zie Gen.21:1, en Ex.20:5. 27. Hebreeuws, aan de derde en aan de vierde; te weten, nakomelingen van den stam af gerekend zijnde.